Ga naar de inhoud

Statuten

Artikel 1. Begripsbepalingen.

In deze statuten wordt verstaan onder:

  • Algemene Vergadering: het orgaan van de Vereniging dat wordt gevormd door stemgerechtigde
    leden van de Vereniging;
  • Bestuur: het Bestuur van de Vereniging;
  • School: het Sint-Odulphuslyceum te Tilburg;
  • Schriftelijk: bij brief, telefax of e-mail, of bij boodschap die via een ander gangbaar
    communicatiemiddel wordt overgebracht en op schrift kan worden ontvangen mits de identiteit van
    de verzender met afdoende zekerheid kan worden vastgesteld;
  • Vereniging: de rechtspersoon waarop deze statuten betrekking hebben.

Artikel 2. Naam.

De Vereniging draagt de naam: Vereniging Oud-Odulphianen.

Artikel 3. Zetel.

De Vereniging heeft haar zetel in de gemeente Tilburg.

Artikel 4. Doel.

  1. De Vereniging heeft ten doel:
    a. het onderhouden en versterken van de band tussen haar leden onderling en tussen haar leden en
    hun oude school, het Sint – Odulphuslyceum te Tilburg;
    b. het ondersteunen van het Sint-Odulphuslyceum, hierna: de school, in het realiseren van haar
    onderwijskundige, pedagogische en maatschappelijke doelstellingen.
  2. De Vereniging tracht dit doel onder meer te bereiken door:
    a. het organiseren van bijeenkomsten van haar leden of van een deel daarvan;
    b. het onderhouden van contacten met de school;
    c. het verspreiden van informatie over de vereniging en de school onder de leden;
    d. het inzetten van kennis en expertise van de leden ten behoeve van de realisering van de
    onderwijskundige, pedagogische en maatschappelijke doelstellingen van de school;
    e. alle andere wettige middelen die haar ter ondersteuning van haar doelstellingen dienstig
    voorkomen;
    f. het inzamelen van financiƫle middelen om de hierboven genoemde doelstellingen te realiseren.

Artikel 5. Leden.

  1. Leden van de Vereniging kunnen zijn: ———————————————-
    a. Oud-leerlingen van de school die de school hebben verlaten met ——
    een diploma; —————————————————————————
    b. Oud-leerlingen van de school die de school hebben verlaten zonder–
    diploma als ze tenminste drie (3) jaren als leerlingen ingeschreven—-
    zijn geweest en niet van de school zijn verwijderd; ————————-
    c. Oud-medewerkers van de school als ze tenminste drie (3) jaar op—–
    de school hebben gewerkt en niet oneervol zijn ontslagen;—————
  2. Het Bestuur houdt een register waarin de namen en adressen van alle —
    leden zijn opgenomen.

Artikel 6. Buitengewone leden en ereleden.

  1. Buitengewone leden zijn zij die geen leerling of medewerker van de——-
    school zijn geweest, maar naar het oordeel van de algemene —————
    ledenvergadering van de vereniging zoveel verdiensten voor de school —
    hebben gehad dat ze toch tot lid van de vereniging kunnen worden——–
    voorgedragen.——————————————————————————
  2. Ereleden zijn zij die op grond van uitzonderlijke verdiensten voor de ——
    vereniging op voordracht van het bestuur of van tenminste vijf (5) leden–
    als zodanig door de algemene ledenvergadering worden ———————
    voorgedragen.——————————————————————————
  3. Buitengewone leden en ereleden hebben in de vereniging dezelfde ——-
    rechten en plichten als de leden tenzij de statuten anders melden.

Artikel 7. —————————————————————————————–
Toelating. —————————————————————————————

  1. Het Bestuur beslist omtrent de toelating van leden, buitengewone———
    leden en ereleden. ———————————————————————–
  2. Bij niet-toelating tot lid kan de Algemene Vergadering alsnog tot ———–
    toelating besluiten.

Artikel 8. —————————————————————————————–
Einde van het lidmaatschap. ————————————————————-

  1. Het lidmaatschap van de Vereniging eindigt: ————————————-
    a. door de dood van het lid;———————————————————-
    b. door opzegging door het lid; —————————————————–
    c. door opzegging door de Vereniging. Deze kan geschieden————-
    wanneer een lid heeft opgehouden aan de vereisten voor het ———
    lidmaatschap bij de statuten gesteld te voldoen, wanneer hij zijn —–
    verplichtingen jegens de Vereniging niet nakomt, alsook wanneer—-
    redelijkerwijs van de Vereniging niet gevergd kan worden het ———
    lidmaatschap te laten voortduren; ———————————————-
    d. door ontzetting. Deze kan alleen worden uitgesproken wanneer ——
    een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de —–
    Vereniging handelt, of de Vereniging op onredelijke wijze—————
    benadeelt. —————————————————————————–
  2. Opzegging door de Vereniging geschiedt door het Bestuur. —————–
  3. Opzegging van het lidmaatschap door het lid of door de Vereniging——-
    kan slechts geschieden tegen het einde van een boekjaar en met ———
    inachtneming van een opzeggingstermijn van vier weken. Echter kan —-
    het lidmaatschap in ieder geval worden beĆ«indigd tegen het eind van —-
    het boekjaar, volgend op het boekjaar waarin wordt opgezegd.————-
    Voorts kan het lidmaatschap onmiddellijk worden beĆ«indigd indien van —
    de Vereniging of van het lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden het —
    lidmaatschap te laten voortduren.—————————————————-
  4. Een opzegging in strijd met het bepaalde in het vorige lid, doet het——–
    lidmaatschap eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip volgende op —-
    de datum waartegen was opgezegd. ———————————————–
  5. Een lid kan zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen———
    binnen Ć©Ć©n maand nadat hem een besluit is medegedeeld tot ————–
    omzetting van de Vereniging in een andere rechtsvorm of tot fusie of—–
    splitsing in de zin van Titel 7, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. ———
  6. Een lid kan voorts zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang ————–
    opzeggen, binnen Ć©Ć©n maand nadat hem een besluit, waarbij zijn ———
    rechten zijn beperkt, of wel zijn verplichtingen ten opzichte van de ——–
    Vereniging zijn verzwaard, bekend is geworden of medegedeeld. Het —-
    besluit is alsdan niet op hem van toepassing. ————————————
    Een lid is niet bevoegd door opzegging van zijn lidmaatschap een ——–
    besluit te zijnen opzichte uit te sluiten, waarbij zijn geldelijke rechten —–
    en verplichtingen zijn gewijzigd. ——————————————————
  7. Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt door het Bestuur. —————–
  8. Van een besluit tot opzegging van het lidmaatschap door de—————-
    Vereniging op grond dat een lid zijn verplichtingen jegens de —————
    Vereniging niet nakomt, alsook dat redelijkerwijs van de Vereniging ——
    niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren en van —
    een besluit tot ontzetting uit het lidmaatschap staat de betrokkene ——–
    binnen een maand na de ontvangst van de kennisgeving van het———-
    besluit beroep open op de Algemene Vergadering. Hij wordt daartoe—–
    ten spoedigste Schriftelijk van het besluit met opgave van redenen in —-
    kennis gesteld. Gedurende de beroepstermijn en hangende het ———–
    beroep is het lid geschorst, met dien verstande evenwel dat het ———–
    geschorste lid het recht heeft zich in de Algemene Vergadering waarin —
    het in dit lid bedoelde beroep wordt behandeld, te verantwoorden. ——–
  9. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een boekjaar eindigt, blijft —–
    desniettemin de jaarlijkse bijdrage voor het geheel verschuldigd.

Artikel 9. —————————————————————————————–
Jaarlijkse bijdragen leden en buitengewone leden.——————————

  1. De leden en buitengewone leden zijn gehouden tot het betalen van——-
    een jaarlijkse bijdrage, die door de Algemene Vergadering zal worden—
    vastgesteld. Zij kunnen daartoe in categorieĆ«n worden ingedeeld die—–
    een verschillende bijdrage betalen.————————————————–
  2. Het Bestuur is bevoegd in bijzondere gevallen gehele of gedeeltelijke—-
    ontheffing van de verplichting tot het betalen van een bijdrage te ———-
    verlenen.

Artikel 10. —————————————————————————————
Jaarlijkse bijdragen ereleden. ———————————————————–
De ereleden zijn niet gehouden tot het betalen van een jaarlijkse bijdrage.

Artikel 11. —————————————————————————————
Verbintenissen. ——————————————————————————-
Het Bestuur is, na daartoe verkregen toestemming van de Algemene———-
Vergadering, bevoegd verbintenissen aan het lidmaatschap te verbinden.

Artikel 12. —————————————————————————————
Bestuur. —————————————————————————————–

  1. Het Bestuur bestaat uit een door de Algemene Vergadering te bepalen–
    aantal van drie of meer personen die door de Algemene Vergadering —-
    worden benoemd, met dien verstande dat de leden van het eerste——–
    Bestuur bij deze akte worden benoemd. De benoeming van leden van—
    het Bestuur geschiedt uit de leden van de Vereniging, behoudens het—-
    bepaalde in lid 2 van dit artikel.——————————————————-
  2. De Algemene Vergadering kan besluiten dat Ć©Ć©n lid van het Bestuur —–
    buiten de leden wordt benoemd. —————————————————–
  3. De benoeming van leden van het Bestuur geschiedt uit Ć©Ć©n of meer——
    bindende voordrachten, behoudens het bepaalde in lid 4 van dit ———–
    artikel. Tot het opmaken van zulk een voordracht zijn bevoegd zowel —-
    het Bestuur als tien (10) of meer leden. De voordracht van het Bestuur —
    wordt bij de oproeping voor de vergadering meegedeeld. Een ————–
    voordracht door tien of meer leden moet vĆ³Ć³r de aanvang van de ———
    vergadering Schriftelijk bij het Bestuur worden ingediend. ——————–
  4. Aan elke voordracht kan het bindend karakter worden ontnomen door —
    een met ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen ————
    genomen besluit van de Algemene Vergadering, genomen in een———
    vergadering waarin ten minste twee derden van de leden ——————–
    vertegenwoordigd is. ——————————————————————–
  5. Is geen voordracht opgemaakt, of besluit de Algemene Vergadering——
    overeenkomstig het voorgaande lid aan de opgemaakte voordrachten —
    het bindend karakter te ontnemen, dan is de Algemene Vergadering —–
    vrij in de keus. —————————————————————————–
  6. Indien er meer dan Ć©Ć©n bindende voordracht is, geschiedt de—————
    benoeming uit die voordrachten. —————————————————–
  7. Aan de leden van het Bestuur kan geen beloning worden toegekend. —-
    Kosten worden aan de leden van het Bestuur op vertoon van de———–
    bewijsstukken vergoed.

Artikel 13. —————————————————————————————
Einde Bestuurslidmaatschap. Periodiek aftreden. Schorsing.—————

  1. Elk lid van het Bestuur, ook wanneer hij voor een bepaalde tijd is———-
    benoemd, kan te allen tijde door de Algemene Vergadering worden ——
    ontslagen of geschorst. Een schorsing die niet binnen drie maanden —–
    gevolgd wordt door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop——-
    van die termijn.—————————————————————————-
  2. Elk lid van het Bestuur treedt uiterlijk drie jaar na zijn benoeming af, ——
    volgens een door het Bestuur op te maken rooster van aftreding. De —–
    aftredende is herkiesbaar; wie in een tussentijdse vacature wordt ———
    benoemd, neemt op het rooster de plaats van zijn voorganger in.———-
  3. Het lidmaatschap van het Bestuur eindigt voorts: ——————————-
    a. door het eindigen van het lidmaatschap van de Vereniging ten——–
    aanzien van een lid van het Bestuur dat uit de leden benoemd is; —-
    b. door bedanken.

Artikel 14. —————————————————————————————
Functies in het Bestuur. Besluitvorming van het Bestuur.——————–

  1. Het Bestuur (met uitzondering van het eerste Bestuur waarvan de ——–
    leden in functie worden benoemd) wijst uit zijn midden een voorzitter,—-
    een secretaris en een penningmeester aan. Het kan voor elk van hen—-
    uit zijn midden een vervanger aanwijzen. Een lid van het Bestuur kan—-
    meer dan Ć©Ć©n functie bekleden. ——————————————————
  2. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris ——
    notulen opgemaakt die door de voorzitter en de secretaris worden ——–
    vastgesteld en ondertekend. ———————————————————-
  3. Besluiten van het Bestuur kunnen in plaats van in vergadering ook ——-
    Schriftelijk worden genomen, mits met algemene stemmen van alle ——
    leden van het Bestuur. ——————————————————————
  4. Bij huishoudelijk reglement kunnen nadere regelen aangaande de ——–
    vergaderingen van en de besluitvorming door het Bestuur worden ——–
    gegeven.

Artikel 15. —————————————————————————————
Taak van het Bestuur. Vertegenwoordiging. —————————————

  1. Behoudens de beperkingen volgens de statuten is het Bestuur belast —-
    met het besturen van de Vereniging.————————————————
  2. Indien het aantal leden van het Bestuur beneden drie is gedaald, blijft —
    het Bestuur bevoegd. Het is echter verplicht zo spoedig mogelijk een —-
    Algemene Vergadering bijeen te roepen waarin de voorziening in de —–
    ontstane vacature(s) aan de orde komt. ——————————————-
  3. Het Bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde ———
    onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren door commissies die door —-
    het Bestuur worden benoemd.——————————————————–
  4. Het Bestuur is, mits met goedkeuring van de Algemene Vergadering, —-
    bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot ————-
    verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, en tot —–
    het aangaan van overeenkomsten waarbij de Vereniging zich als borg—
    of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk ——–
    maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een ander ——-
    verbindt en tot vertegenwoordiging van de Vereniging ter zake van ——-
    deze handelingen. Op het ontbreken van vorenbedoelde goedkeuring —
    van de Algemene Vergadering kan tegen derden beroep worden———-
    gedaan. ————————————————————————————-
  5. De Algemene Vergadering is bevoegd besluiten van het Bestuur aan —-
    haar goedkeuring te onderwerpen. Deze besluiten dienen duidelijk te —-
    worden omschreven en Schriftelijk aan het Bestuur te worden————–
    meegedeeld. ——————————————————————————-
  6. Onverminderd het in lid 4 van dit artikel bepaalde wordt de Vereniging—
    vertegenwoordigd door het Bestuur. De ——————————————-
    vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan hetzij de ————
    voorzitter, hetzij twee andere leden van het Bestuur.

Artikel 16. —————————————————————————————
Jaarverslag. Rekening en verantwoording.—————————————–

  1. Het boekjaar van de Vereniging valt samen met het kalenderjaar. ———
  2. Het Bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de Vereniging—
    en van alles betreffende de werkzaamheden van de Vereniging naar—–
    de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze—
    een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, ————-
    bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te————–
    bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de ————-
    Vereniging kunnen worden gekend.————————————————-
  3. Het Bestuur brengt op een Algemene Vergadering binnen zes ————-
    maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze —
    termijn door de Algemene Vergadering, een jaarverslag uit over de——-
    gang van zaken in de Vereniging en over het gevoerde beleid. Het legt–
    de op papier gestelde balans en de staat van baten en lasten met een—
    toelichting ter goedkeuring aan de Algemene Vergadering over. Deze —
    stukken worden ondertekend door de leden van het Bestuur; ontbreekt–
    de ondertekening van Ć©Ć©n of meer van hen, dan wordt daarvan onder —
    opgave van redenen melding gemaakt. Na verloop van de termijn kan—
    ieder lid van de gezamenlijke leden van het Bestuur in rechte vorderen–
    dat zij deze verplichtingen nakomen. ———————————————–
  4. De Algemene Vergadering benoemt jaarlijks uit de leden een—————
    financiĆ«le commissie van ten minste twee personen die geen deel ——–
    mogen uitmaken van het Bestuur. De financiĆ«le commissie onderzoekt–
    de in de tweede volzin van lid 3 van dit artikel genoemde stukken en—–
    brengt aan de Algemene Vergadering verslag van haar bevindingen —–
    uit. Het Bestuur is verplicht de financiĆ«le commissie ten behoeve van —-
    haar onderzoek alle door haar gevraagde inlichtingen te verschaffen, —-
    haar desgewenst de kas van de Vereniging en de waarden te tonen——
    en de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de ————
    Vereniging voor raadpleging beschikbaar te stellen. —————————
  5. Vereist het onderzoek van de rekening en verantwoording bijzondere—-
    boekhoudkundige kennis, dan kan de financiĆ«le commissie zich door —-
    een deskundige doen bijstaan. ——————————————————-
  6. De last van de financiĆ«le commissie kan te allen tijde door de ————–
    Algemene Vergadering worden herroepen, doch slechts door de ———-
    benoeming van een andere financiĆ«le commissie.——————————
  7. Het Bestuur is verplicht de in de leden 2 en 3 van dit artikel bedoelde —-
    boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven ——
    jaren te bewaren, onverminderd het hierna in lid 8 van dit artikel ———–
    bepaalde. ———————————————————————————–
  8. De op een gegevensdrager aangebrachte gegevens, uitgezonderd de—
    op papier gestelde balans en staat van baten en lasten, kunnen op——-
    een andere gegevensdrager worden overgebracht en bewaard, mits —–
    de overbrenging geschiedt met juiste en volledige weergave der———–
    gegevens en deze gegevens gedurende de volledige bewaartijd———–
    beschikbaar zijn en binnen redelijke tijd leesbaar kunnen worden———-
    gemaakt.

Artikel 17. —————————————————————————————
Algemene Vergaderingen. —————————————————————-

  1. Aan de Algemene Vergadering komen in de Vereniging alle—————–
    bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan het Bestuur–
    zijn opgedragen. ————————————————————————–
  2. Jaarlijks, uiterlijk zes maanden na afloop van het boekjaar, wordt een—-
    Algemene Vergadering – de jaarvergadering – gehouden. In de————-
    jaarvergadering komen onder meer aan de orde: ——————————-
    a. het jaarverslag en de rekening en verantwoording bedoeld in———-
    artikel 16 met het verslag van de aldaar bedoelde commissie;———
    b. de benoeming van de in artikel 16 genoemde commissie voor het —
    volgende boekjaar; —————————————————————–
    c. voorziening in eventuele vacatures; ——————————————-
    d. voorstellen van het Bestuur of de leden, aangekondigd bij de———-
    oproeping voor de vergadering. ————————————————-
  3. Andere Algemene Vergaderingen worden bijeengeroepen zo dikwijls —-
    het Bestuur dit wenselijk oordeelt, of wanneer het daartoe volgens de—-
    wet of de statuten verplicht is. ——————————————————–
  4. Voorts is het Bestuur op Schriftelijk verzoek van ten minste een ———–
    zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van tenminste —-
    Ć©Ć©n tiende gedeelte van de stemmen verplicht tot het bijeenroepen——-
    van een Algemene Vergadering op een termijn van niet langer dan ——-
    vier weken na indiening van het verzoek. Indien aan het verzoek ———-
    binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de ————
    verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan door oproeping ————-
    overeenkomstig artikel 21 of bij advertentie in ten minste Ć©Ć©n ter ———-
    plaatse waar de Vereniging gevestigd is veel gelezen dagblad, met——-
    inachtneming van de in artikel 21 vermelde oproepingstermijn. De ——–
    verzoekers kunnen alsdan anderen dan leden van het Bestuur————-
    belasten met de leiding van de vergadering en het opstellen van de ——
    notulen.

Artikel 18. —————————————————————————————
Toegang en stemrecht.———————————————————————

  1. Toegang tot de Algemene Vergadering hebben alle leden van de ———
    Vereniging, het lid van het Bestuur dat geen lid van de Vereniging is, —-
    alle aspirantleden en alle begunstigers. Geen toegang hebben————-
    geschorste leden, behoudens het bepaalde in lid 8 van artikel 8 en ——-
    geschorste leden van het Bestuur. ————————————————–
  2. Over toelating van andere dan de in lid 1 van dit artikel bedoelde———-
    personen beslist de Algemene Vergadering. ————————————-
  3. Ieder lid van de Vereniging dat niet geschorst is, heeft Ć©Ć©n stem. Het —-
    lid van het Bestuur dat geen lid van de Vereniging is, heeft een ————
    raadgevende stem. ———————————————————————-
  4. Een lid kan zijn stem door een Schriftelijk daartoe gemachtigd ander —–
    lid uitbrengen. —————————————————————————–
  5. Indien het Bestuur bij de oproeping tot een Algemene Vergadering de —
    mogelijkheid daartoe heeft geopend, zijn de leden bevoegd hun ———–
    stemrecht door middel van een elektronisch communicatiemiddel uit te–
    oefenen, mits (i) de voorwaarden te stellen aan het gebruik van het——-
    communicatiemiddel zoals de verbinding, de beveiliging en dergelijke—-
    bij de oproeping worden bekendgemaakt, (ii) het lid kan worden ———–
    geĆÆdentificeerd, (iii) het lid rechtstreeks kan kennisnemen van de———-
    verhandelingen op de vergadering, en (iv) indien deze mogelijkheid ——
    daartoe is geopend, het lid kan deelnemen aan de beraadslagingen. —–
  6. Indien het Bestuur de mogelijkheid daartoe Schriftelijk heeft geopend, —
    kunnen stemmen voorafgaand aan de Algemene Vergadering via een—
    elektronisch communicatiemiddel worden uitgebracht, doch niet eerder–
    dan de dertigste dag voor die van de vergadering, op een speciaal ——-
    daartoe aangewezen e-mailadres. Deze stemmen worden——————-
    gelijkgesteld met stemmen die in de Algemene Vergadering worden——
    uitgebracht.

Artikel 19. —————————————————————————————
Voorzitterschap. Notulen. —————————————————————–

  1. De Algemene Vergaderingen worden geleid door de voorzitter van de —
    Vereniging of zijn plaatsvervanger. Ontbreken de voorzitter en zijn——–
    plaatsvervanger, dan treedt Ć©Ć©n van de andere leden van het Bestuur —
    door het Bestuur aan te wijzen als voorzitter op. Wordt ook op deze ——
    wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering—
    daarin zelve. Tot dat ogenblik wordt het voorzitterschap waargenomen —
    door de in leeftijd oudste ter vergadering aanwezige persoon. ————–
  2. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris of—
    een ander door de voorzitter daartoe aangewezen persoon notulen——-
    gemaakt, die door de voorzitter en de notulist worden vastgesteld en—–
    ondertekend. Zij die de vergadering bijeenroepen kunnen een————–
    notarieel proces-verbaal van het verhandelde doen opmaken. De ———
    inhoud van de notulen of van het proces-verbaal wordt ter kennis van—-
    de leden gebracht.

Artikel 20. —————————————————————————————
Besluitvorming van de Algemene Vergadering.———————————–

  1. Het ter Algemene Vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter —
    omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt——-
    voor de inhoud van een genomen besluit voor zover gestemd werd——-
    over een niet Schriftelijk vastgelegd voorstel. ————————————
  2. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van een in het eerste lid —–
    bedoeld oordeel de juistheid ervan betwist, dan vindt een nieuwe ———
    stemming plaats, wanneer de meerderheid van de vergadering of, ——–
    indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of door middel van—-
    stembriefjes geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. —
    Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de ———
    oorspronkelijke stemming. ————————————————————-
  3. Voor zover de statuten of de wet niet anders bepalen, worden alle ——–
    besluiten van de Algemene Vergadering genomen met volstrekte ———
    meerderheid van de uitgebrachte stemmen.————————————–
  4. Blanco stemmen en ongeldige stemmen gelden als niet uitgebracht. —–
  5. Indien bij een verkiezing van personen niemand de volstrekte ————–
    meerderheid heeft verkregen, heeft een tweede stemming, of in geval —
    van een bindende voordracht, een tweede stemming tussen de————
    voorgedragen kandidaten, plaats. Heeft alsdan weer niemand de ———
    volstrekte meerderheid verkregen, dan vinden herstemmingen plaats, —
    totdat hetzij Ć©Ć©n persoon de volstrekte meerderheid heeft verkregen,—–
    hetzij tussen twee personen is gestemd en de stemmen staken. Bij——-
    gemelde herstemmingen (waaronder niet is begrepen de tweede———-
    stemming) wordt telkens gestemd tussen de personen op wie bij de——
    voorafgaande stemming is gestemd, evenwel uitgezonderd de ————-
    persoon op wie bij die voorafgaande stemming het geringste aantal ——
    stemmen is uitgebracht. Is bij die voorafgaande stemming het ————–
    geringste aantal stemmen op meer dan Ć©Ć©n persoon uitgebracht, dan —
    wordt door loting uitgemaakt op wie van die personen bij de nieuwe ——
    stemming geen stemmen meer kunnen worden uitgebracht. Ingeval bij —
    een stemming tussen twee personen de stemmen staken, beslist het —-
    lot wie van beiden is gekozen. ——————————————————–
  6. Staken de stemmen, dan is het voorstel verworpen, onverminderd het —
    bepaalde in lid 5 van dit artikel.——————————————————-
  7. Alle stemmingen geschieden mondeling. Echter kan de voorzitter ———
    bepalen dat de stemmen door middel van stembriefjes worden————-
    uitgebracht. Indien het betreft een verkiezing van personen kan ook——
    een aanwezige stemgerechtigde verlangen dat de stemmen door ———
    middel van stembriefjes worden uitgebracht. Stemming door middel ——
    van stembriefjes geschiedt bij ongetekende gesloten briefjes. ————–
    Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk, tenzij een stemgerechtigde —-
    hoofdelijke stemming verlangt. ——————————————————-
  8. Een eenstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een ——-
    vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het Bestuur ————
    genomen, dezelfde kracht als een besluit van de Algemene—————–
    Vergadering. Dit geldt ook voor besluiten tot wijziging van de statuten—-
    of tot ontbinding van de Vereniging.————————————————-
  9. Zolang in een Algemene Vergadering alle leden aanwezig of —————
    vertegenwoordigd zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen,——-
    mits met algemene stemmen, omtrent alle aan de orde komende———-
    onderwerpen – dus mede een voorstel tot statutenwijziging of tot ———-
    ontbinding – ook al is de oproeping niet op de voorgeschreven wijze——
    geschied of is enig ander voorschrift omtrent het oproepen en houden—
    van vergaderingen of een daarmee verband houdende formaliteit niet —
    in acht genomen.

Artikel 21. —————————————————————————————
Bijeenroeping Algemene Vergadering. ———————————————–

  1. De Algemene Vergaderingen worden bijeengeroepen door het————-
    Bestuur, onverminderd het bepaalde in artikel 17 lid 4. De oproeping—–
    geschiedt Schriftelijk aan de adressen (waaronder begrepen e- ————
    mailadressen) van de leden volgens het ledenregister bedoeld in———-
    artikel 5. ————————————————————————————-
    De termijn voor de oproeping bedraagt ten minste zeven dagen.———–
    Indien een lid hiermee Schriftelijk instemt, kan de oproeping —————-
    geschieden door een langs elektronische weg toegezonden leesbaar —-
    en reproduceerbaar bericht aan het adres dat door hem voor dit doel —-
    Schriftelijk aan de Vereniging is bekend gemaakt. ——————————
  2. Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld, ——–
    onverminderd het bepaalde in de artikelen 22 en 23.

Artikel 22. —————————————————————————————
Statutenwijziging. —————————————————————————-

  1. Onverminderd het bepaalde in artikel 20 leden 8 en 9 kan in de————
    statuten van de Vereniging geen verandering worden gebracht dan——-
    door een besluit van een Algemene Vergadering, waartoe is—————-
    opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten —–
    zal worden voorgesteld. —————————————————————-
  2. Zij die de oproeping tot de Algemene Vergadering ter behandeling van —
    een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste —-
    vijf dagen vĆ³Ć³r de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin —–
    de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe—–
    geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de—-
    dag waarop de vergadering wordt gehouden. ————————————
  3. Een besluit tot statutenwijziging behoeft ten minste twee derden van —–
    de uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin ten minste twee—-
    derden van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is. Is niet twee——-
    derden van de leden aanwezig of vertegenwoordigd, dan wordt na die—
    vergadering een tweede vergadering bijeengeroepen, te houden ———-
    binnen vier weken na de eerste vergadering waarin over het voorstel —-
    zoals dat in de vorige vergadering aan de orde is geweest, ongeacht—–
    het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden, kan worden ————
    besloten, mits met een meerderheid van ten minste twee derden van —-
    de uitgebrachte stemmen. ————————————————————-
  4. Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een ——–
    notariĆ«le akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van de akte is ———
    ieder lid van het Bestuur bevoegd.

Artikel 23. —————————————————————————————
Ontbinding.————————————————————————————-

  1. De Vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de ————-
    Algemene Vergadering. Het bepaalde in de leden 1 en 3 van artikel 22–
    is van overeenkomstige toepassing. ————————————————
  2. Na de ontbinding geschiedt de vereffening door de leden van het ———
    Bestuur. Het Bestuur kan besluiten andere personen tot vereffenaar te —
    benoemen. ———————————————————————————
  3. Een eventueel batig saldo van de ontbonden Vereniging wordt————-
    besteed ten behoeve van een algemeen nut beogende instelling met —-
    een gelijksoortige doelstelling als de doelstelling van de Vereniging.——
  4. Na afloop van de vereffening blijven de boeken, bescheiden en————
    andere gegevensdragers van de ontbonden Vereniging gedurende de—
    bij de wet voorgeschreven termijn onder berusting van de door de ——–
    vereffenaars aangewezen persoon. ————————————————-
  5. Op de vereffening zijn overigens de bepalingen van Titel 1, Boek 2 ——-
    van het Burgerlijk Wetboek van toepassing.

Artikel 24. —————————————————————————————
Huishoudelijk reglement.——————————————————————

  1. De Algemene Vergadering kan een huishoudelijk reglement —————-
    vaststellen. ———————————————————————————
  2. Het huishoudelijk reglement mag niet in strijd zijn met de wet, ook ——–
    waar die geen dwingend recht bevat, noch met de statuten van de——–
    Vereniging.

Artikel 25. —————————————————————————————
Overgangsbepaling.————————————————————————-
Het eerste boekjaar van de Vereniging loopt tot en met eenendertig ————
december tweeduizend dertien. Dit artikel vervalt nadat het eerste boekjaar—-
is geĆ«indigd. ————————————————————————————-
Tenslotte verklaarden de comparanten ter uitvoering van het bepaalde in —-
artikel 12 lid 1 en artikel 14 lid 1 dat het Bestuur voor de eerste maal uit ——
4 leden bestaat en dat voor de eerste——–
maal tot leden van het Bestuur van de Vereniging worden benoemd: ———-

  1. de heer mr. Cornelis Marinus Adrianus Luijsterburg, geboren op———–
    dertien januari negentienhonderd negenenveertig te Woensdrecht, ——-
    Nederland, wonende te 5081GJ Hilvarenbeek, Armstrongstraat 5, als—-
    voorzitter; ———————————————————————————–
  2. de heer mr. Martinus Paulus Jozef Letschert, geboren op zeventien ——
    juni negentienhonderd eenenzestig te Medemblik, Nederland,————–
    wonende te 5044 ME Tilburg, Constant van Wessemhof 3, gehuwd,——
    als secretaris;——————————————————————————
  3. de heer drs. Johannes Josephus Maria van der Burght, geboren op ——
    tien oktober negentienhonderd vijfenvijftig te ‘s-Hertogenbosch,————
    Nederland, wonende te 5037JK Tilburg, Limbastraat 11, als —————-
    penningmeester;————————————————————————–
  4. mevrouw drs. Yvonne Adrianne IrĆØne Lommen, geboren op twaalf mei —
    negentienhonderd achtenzestig te Tilburg, Nederland, wonende te——–
    5062LV Oisterwijk, Durendaaldreef 31, als lid van het Bestuur.————-
    BEKENDHEID EN SLOT——————————————————————–
    De comparanten zijn mij, notaris, bekend. De wettelijk verplichte—————-
    identificatie heeft voorzover nodig volgens voorschrift plaatsgehad. ————
    WAARVAN AKTE is verleden te Oisterwijk op de datum in het hoofd van—–
    deze akte vermeld. —————————————————————————-
    Na zakelijke opgave van de inhoud van deze akte aan de comparanten en —
    de door mij, notaris, daarop gegeven toelichting, hebben de comparanten —
    eenparig verklaard tijdig van de inhoud van deze akte te hebben kennis ——
    genomen en met de inhoud alsmede met beperkte voorlezing in te————-
    stemmen. —————————————————————————————-
    Vervolgens is deze akte beperkt voorgelezen, onmiddellijk daarna door de —
    comparanten en onmiddellijk daarna door mij, notaris, ondertekend.